Historie

Jan Coevertveer

Op de plek waar de Pont nu vaart over de Amstel tussen de Brugstraat in Ouderkerk en de Amstelzijde in Amstelveen, heeft tijdenlang een brug gelegen, de Lange Brug genaamd. Het beweegbare deel daarvan is nog te bewonderen in het Openluchtmuseum bij Arnhem. Toen een nieuwe brug werd gebouwd op ongeveer 400 meter verder richting Amsterdam, kwam er voor voetgangers en fietsers een pontverbinding. Vele Ouderkerkers maakte dankbaar gebruik van de brug omdat er veel winkels waren op de Amstelzijde, en later van de pont. Zoals onder andere een groentewinkel, verschillende slagers, schoenenwinkel, galanterie, horecazaken en een smederij. De Pont voer dagelijks van zeven uur in de ochtend tot een half uur na zonsondergang (’s zondags van kwart voor zeven tot één uur ’s middags).

Nadat de nieuwe brug in gebruik werd genomen, voer de Pont nog even trouw. In 1972 werd de pontbaas ziek en kwam de pont stil te liggen, tot verdriet van de vele bewoners in de buurt, en van de recreatieve fietsers.

Vanwege de kroning van de Koningin in 1980, vond Jan Coevert dit een mooi moment om weer met de pont te gaan varen en dit stukje historie te herstellen. Hij nam met zijn smederij de Pont over van de gemeente. Hij zorgde voor een grote opknapbeurt en bracht de Pont weer één keer per jaar op Koninginnedag in de vaart. Sinds 1995 zorgt de Stichting Vrienden van het Pontje ervoor dat de Pont tijdens de zomerperiode op de meeste zon- en feestdagen weer vaart, met hulp van veel vrijwilligers.

Ouderkerk aan de Amstel is mogelijk landelijk niet zo bekend, maar bij de Amsterdammers is Ouderkerk vanouds populair. In zijn of haar vrije tijd zocht men graag de Amstel op. Vele jaren zorgde rederij de Eendracht voor een regelmatige verbinding per boot tussen de hoofdstad en Ouderkerk. Vooral de horeca op de Amstelzijde werd goed bezocht, en dat gebeurt nog steeds. Anderen maakten een zelfde trip per rijtuig, later per fiets of eigen automobiel. In de winter, tenminste in een échte winter, ging men per schaats richting Ouderkerk.

Verder kennen alle roeiers het traject van Ouderkerk naar Amsterdam op hun duimpje. Dit komt door de trainingen en de jaarlijkse wedstrijd ‘Head of the river’. Er mag dan veel veranderen in en rond Amsterdam, de Amstel blijft en … blijft mooi. Er komt meer bij kijken dan u denkt.

Om de Pont weer in de vaart te brengen kwam er heel wat kijken. De Pont zelf was weer opgeknapt, maar om regelmatig te varen was het nodig dat de oude remmingwerken werden vernieuwd. Dat was een klus die maar liefst 80.000 gulden moest kosten. De beide gemeenten aan weerszijden van de Amstel (Amstelveen en Ouder-Amstel) waren bereid elk eenderde deel op tafel te leggen. De voorwaarde was dat het resterende deel door de bevolking zou worden opgebracht. Dat was een zware opgave, maar het is gelukt. Dankzij de vrijwilligers is het mogelijk de kosten van de exploitatie laag te houden. Maar zonder de steun van de donateurs zou het niet gaan.
En na een uitzending in een televisie programma kreeg de pont de naam: het Jan Coevertveer, genoemd naar de voorzitter vanaf de oprichting in 1995.

Nog steeds een kabelpont, dankzij de vrijwilligers. In ons waterrijke land zijn nog heel wat overzetveren. Maar het is zeldzaam dat er nog met handkracht wordt overgevaren. Dat gebeurt door de Pont met behulp van houten klossen langs een strak gespannen kabel te trekken. Er zou getracht kunnen worden om het geld bijeen te brengen voor een motor aan de Pont. Maar het bestuur weet dat de  dat de passagiers het juist leuk vinden om op de oorspronkelijke manier met handkracht te worden overgezet. Daar kiezen zij ook voor. Maar dat betekent wel dat er op elke vaardag vier vrijwilligers beschikbaar moeten zijn: twee om de Pont te trekken, één om de lier (waar de kabel over draait) te bedienen en één op de uitkijk.
Dat laatste is bij onze Pont beslist noodzakelijk om de scheepvaart in de gaten te houden. Langs de Amstel staan wel borden, maar die worden door recreatievaarders nog wel eens over het hoofd gezien.